In het oude kookboek van onze oma Greeth-Gilhuis Smitskamp vonden we een recept dat ze ooit uit de krant had geknipt voor 'cake als u geen oven hebt’. Nou denken wij dan aan opties als de magnetron, slowcooker of airfryer, maar in oma’s tijd waren die er natuurlijk ook niet, en dus moest de bakker in kwestie destijds nog wat inventiever zijn. De oplossing? Een beschuitbus en een gaskachel. Nou zullen veel mensen die ook niet (meer) hebben, en daarom probeerden we een andere methode, die eveneens uit oma’s tijd stamt: stomen. Zo simpel (en lekker!) dat zelfs oma het niet had kunnen verpesten.
Let op! Je hebt hiervoor een dichte bakvorm nodig en een grote pan. Deze moet ruim genoeg zijn voor de bakvorm, lees: ruimte tussen vorm en de binnenkant van de pan, maar ook hoog genoeg zodat de cake – met het deksel op de pan – voldoende plek heeft om te rijzen. Wij bakten – bij gebrek aan zo'n enorme plan – 2 kleinere, ronde cakes en plakten die op elkaar met 2 el frambozenjam.
voor 1 grote cake
225 g zachte boter (+ klein beetje extra voor de vorm)
225 g suiker
4 middelgrote eieren
150 g bloem (+ klein beetje extra voor de vorm)
3 el cacaopoeder
2 tl bakpoeder
1. Vet een dichte (!) hoge taartvorm (22 cm ø; of 2 kleinere*) in met boter, bestuif met een beetje bloem en klop het teveel aan bloem eruit.
2. Klop in een ruime kom de boter met de suiker tot een mooi luchtig mengsel. Voeg een voor een de eieren toe en klop steeds goed tot het ei volledig is opgenomen. Zeef de bloem met het cacao- en het bakpoeder erboven en schep luchtig om.
3. Neem een ruime pan (bv. een soeppan) en maak een ‘sokkeltje’: iets wat de taartvorm boven het water houdt. Je kunt er bv. een vuurvast diep bord ondersteboven in zetten, of een grote metalen taartring, of zelf een ring maken van twee flinke lagen in elkaar gedraaid aluminiumfolie. Er moet in elk geval nog ruimte zijn tussen de binnenkant van de pan en de rand van de taartvorm. Schenk water tot net onder de rand van de sokkel (3/4 van de sokkel moet onder water staan). Vul de taartvorm met het beslag, zet voorzichtig op de sokkel en zet het vuur middelhoog.
4. Leg het deksel op de pan. Zet als je het hoort bubbelen het vuur laag en stoom de cake circa. 35 min.; check tussentijds af en toe voorzichtig of er nog genoeg water in de pan staat en schenk er eventueel heel voorzichtig wat bij. Pas op dat het water aan de binnenkant van het deksel niet op je cake drupt.
5. Controleer of de cake gaar is: een satéprikker die je in het midden steekt moet er droog uit komen, en de randen van de cake moeten iets zijn losgekomen van de taartvorm.
6. Draai het vuur uit, neem het deksel van de pan en laat de cake ca. 15 min. staan tot je de vorm kunt beetpakken. Til van het sokkeltje en laat de cake in de vorm afkoelen.
Deze cake is heerlijk met wat slagroom, of als toetje met een bolletje ijs.
© foto's uitgeverij aagjeblok