Rullerkes zijn in veel delen van Noord-Duitsland typisch nieuwjaarsgebak: iedereen die je gelukkig nieuwjaar komt wensen, krijgt Rullerkes aangeboden. Ze lijken dan ook op Nederlandse kniepertjes, maar door de specifieke specerijen smaken ze toch weer anders. Gebruik voor het bakken van Rullerkes een kniepertjesijzer, of ga op jacht naar een (gietijzeren) wafelijzer voor dunne, ronde wafeltjes.
voor ± 60 stuks
600 ml water
225 g witte (kandij)suiker
250 g boter
2 eieren
1 el kaneelpoeder
1 el grof gemalen anijs
1 tl kardemompoeder
500 g bloem
1. Doe het water in een pan en voeg de kandijsuiker toe; verwarm al roerend op laag vuur tot alle suiker is opgelost. Neem van het vuur en zet weg. Smelt de boter. Klop de eieren los en voeg deze al roerend samen met de specerijen toe aan de boter. Voeg vervolgens steeds afwisselend bloem en suikerwater toe, tot je alles verbruikt hebt en je een beslag ter dikte van pannenkoekenbeslag hebt; gebruik eventueel wat extra water. Zet minimaal 2 uur in de koelkast, liever nog een hele nacht.
2. Neem het beslag uit de koelkast en roer nog eens goed door; voeg eventueel nog wat water toe om het dunner te maken. Verwarm het ijzer voor, schep een lepel beslag erin en druk dicht (het wafeltje moet dun worden, anders kun je het niet oprollen). Bak circa 3-5 min. (de meeste wafelijzers geven een signaal als het wafeltje klaar is), neem met een vork uit het ijzer en rol onmiddellijk op. Dit gaat het makkelijkst om een smal rond voorwerp heen, zoals de steel van een pollepel, maar kan ook met de hand. Het is even een handigheidje: je moet precies het moment zien te vinden tussen niet meer te zacht, maar nog niet helemaal knapperig. Bak zo alle Rullerkes; je kunt ze tot een buisje rollen of in de vorm van een hoorntje, net wat je leuker en lekkerder vindt.
Dit recept is afkomstig uit ons boek BACK! Het Duitse Bakboek, dat je hier en in de (online) boekhandel kunt kopen.
Foto: © Irina Voznyak@Dreamstime.com