In het kader van heimwee en/of vakantieblues maken we de komende tijd lekkers dat we ooit op vakantie aten (of hadden moeten eten!). Vandaag een echte klassieker: Flammkuchen. Heerlijk bij een biertje of een koel glaasje wijn, niet te vullend en loei simpel, zelfs als je geen bakheld bent. Flammkuchen lijkt misschien in de verte op een pizza, maar de smaak en consistentie zijn echt anders. Kenmerkend voor een goede Flammkuchen: zuinig belegd, en een heerlijke dunne korst. Het deeg wordt traditioneel met verse gist gemaakt, maar dit recept is zeker zo makkelijk!
voor 1 grote bakplaat
voor het deeg:
300 g bloem
125 ml bronwater met bubbels
4 el zonnebloemolie
snufje zout
voor de vulling:
150 g (vega)spek
3 (rode) uien
125 g crème fraîche
200 g volle Franse kwark
1 teentje knoflook uit de pers
1 mespunt nootmuskaat, vers geraspt
peper, zout
1. Meng de ingrediënten voor het deeg in een ruime kom. Het deeg mag niet te zeer plakken (voeg dan wat extra bloem toe) maar ook niet te droog zijn (voeg dan wat extra bronwater toe). Vorm het tot een bal en leg die in folie gewikkeld 1 uur in de koelkast.
2. Verwarm de oven voor op 220 °C. Snijd het spek in kleine, smalle reepjes. Pel de uien en snijd in heel fijne ringen. Vermeng in een kom de crème fraîche met de kwark en knoflook en breng op smaak met nootmuskaat, peper en zout.
3. Rol het deeg met een deegroller uit op een met bakpapier beklede bakplaat, tot ca. 5 mm dik (een Flammkuchenbodem hoort heel dun te zijn!). Verdeel de kwarklaag over het deeg en bedek gelijkmatig met spek en ui. Verlaag de oventemperatuur tot 200 °C en bak de Flammkuchen 10-15 min. in het midden van de oven, tot de randen bruin zijn.
Je kunt bijvoorbeeld nog wat tijm door het kwarkmengsel roeren of fijngesneden chilipeper, of voor het serveren grof geplukte rucola erover strooien.
Foto: © Mironov Vladimir @Shutterstock.com
Dit recept is afkomstig uit ons boek KOCH! Duitse keuken anno nu, dat helaas is uitverkocht